Zoals gezegd beleefden De Boemelaire de eerste echte mijlpaal in 1975. Het 1 x 11-jarig bestaan was een feit, en daarmee had de vereniging haar bestaansrecht bewezen. Natuurlijk liet men een en ander niet zomaar voorbijgaan. Er werd flink uitgepakt getuige het krantenartikel van woensdag 29 januari 1975 in dagblad De Limburger. Een artikel dat we in dit boekje in z’n geheel opnemen. De tekst luidt als volgt:
“In een verwarmde feesttent bij bar-dancing D’r Bloasbalg te Wahlwiller vierde de carnavalsvereniging De Boemelaire gedurende drie dagen hun 11-jarig bestaan. Vrijdag werd gestart met een geslaagd Auw Wieverbal, waarbij de muziek verzorgd werd door de knapkapel van harmonie St. Cecilia uit Mechelen. Zaterdag vond de proclamatiezitting van de 11e Boemelaireprins, tevens gemeenteprins, plaats. Prins Karel droeg zijn titel over aan Jo I (Jo Kohl) die met de nodige alaafs en officiële woorden begroet werd. In zijn eerste toespraak tot zijn onderdanen toonde Jo I aan uit het goede hout gesneden te zijn. Aan deze proclamatiezitting die eveneens door de Mechelse knapkapel o.l.v. Leo Schins werd opgeluisterd verleenden medewerking: het komische duo van ongelijke afmetingen d’r Angerhoave uit Schaesberg, Jef Clement en Jo Haan uit Heerlen, de Schinveldse mijnstreektroubadour, het muzikale trio PimPomPola’s uit Partij-Wittem, uit Wahlwiller het duo John en Huub Jeukens, en het jeugdige tanzmarieche Monique Kohl. De Veldkretzers uit Wijnandsrade was als gastvereniging aanwezig en kon met de vele aanwezigen genieten van een zeer gevarieerde en hoogstaande carnavalszitting, waaraan kosten noch moeiten gespaard werden.
Zondag woonden de jubilerende Boemelaire au grand complet om 10.00 uur een H. Mis bij, waarna van 11 tot 14 uur een druk bezochte receptie volgde, die door vele verenigingen, zusterverenigingen, autoriteiten en particulieren werd bijgewoond. Feestelijk middelpunt van deze receptie waren de 7 oprichters: A. Mertens, H. v.d. Berg, H. Pelzer, J. Thewissen, A. Frijns, A. Baenen en E. Mertens. Deze werkers van het eerste uur, allen rascarnavalisten, werden danig in de bloemetjes gezet voor hun vele activiteiten, die in het belang van de vereniging op touw werden gezet. ’s Middags werd het 11- jarig bestaan waardig besloten met een kinderfeest in carnavalssfeer, waaraan o.a. der Angerhaove, het duo Jeukens, tanzmarieche Monique Kohl en niet te vergeten een zanggroep van de gemengde basisschool o.l.v. de heer R. Groenveld medewerking verleenden. De Boemelaire toonden na 11 jaar nog even springlevend te zijn als bij de oprichting. Dit in alle opzichten geslaagd driedaags carnavalsgebeuren met verkiezing van de nieuwe gemeenteprins Jo I wettigt hoge verwachtingen voor het naderende carnaval 1975.”
Op een foto die erbij was gevoegd stonden de jubilarissen in vol ornaat. Het artikel geeft ook goed weer dat het in die tijd heel gewoon was (net als nu overigens), dat een gedeelte van de carnavalszittingen ingevuld werd door dorpsbewoners. De namen van vader Huub en zoon John Jeukens worden genoemd. Zij stonden jarenlang als buutereedners op het podium, en wisten menige lachsalvo’s aan het publiek te ontlokken. Ook Juul Badenberg heeft nog in die hoedanigheid opgetreden. Veel inwoners van Wahlwiller kunnen zich dit nog levendig herinneren.
Na het jubileumjaar ging men gestaag verder, zoals gezegd nog steeds de activiteiten organiserend in een feesttent op wisselende locaties nabij het voetbalterrein of op het parkeerterrein achter de kerk. In 1976 werd Hans Joha, broer van Henk die hem in 1967 voorging, geproclameerd tot Prins Carnaval. Hans was in die tijd al lid van de Raad van Elf, dus het was eigenlijk logisch dat ook hij een keer aan de beurt zou komen. Hij werd een jaar later opgevolgd door Huub Brauers, in het dorp beter bekend als ’t Knetje omdat hij in die tijd werkzaam was als, zoals dat toen nog heette, boerenknecht bij de fam. Bindels. Huub was geen onbekende op het podium, want hij maakte al eerder indruk met zijn persiflages op André van Duin, waarmee hij heel wat succes wist te behalen.
In 1978, een jaar later dus, was het de beurt aan Pierre Knops om de scepter te zwaaien over het Boemelairerijk. Pierre was in die tijd nog dienstplichtig militair, en het was niet altijd even gemakkelijk om onder zijn verplichtingen uit te komen, maar met de hulp van president Richard Frijns, in die tijd beroepsmilitair, en verbonden aan het onderdeel van Pierre, was veel mogelijk.
In die tijd kregen De
Boemelaire een flinke injectie wat het aantal elveraadsleden betreft. Maar
liefst 5 nieuwelingen traden toe. Naast Pierre Knops waren dat Ivo Brouwers,
Jan Mertens, Jos Savelberg en John Vandebergh. Zij allen zouden in de toekomst
nog het nodige van zich laten horen.
Om te beginnen Jos Savelberg. Hij volgde in 1979 Pierre Knops op. Precies 11
jaar na zijn broer Jan, die in het ”sneeuwjaar” 1968 Prins Carnaval was. Ook
Jos had dus het carnaval met de paplepel ingegoten gekregen, mede gezien het
feit dat er tijdens de carnavalsperiode (en overigens ook daarbuiten)
regelmatig in het café Savelberg aan de Rijksweg gefeest werd.
In 1980 was het de beurt aan Math van Proemeren. In dat jaar overigens trad Huub Pelzer voor het eerst naar voren met zijn befaamde ”truc met de duif”, die later ook nog wel eens dunnetjes over gedaan werd met een mus in de hoofdrol.
Op een willekeurige dag van datzelfde jaar ging Pierre Moors ‘s avonds even bij Jo Kohl langs om iets te vragen met betrekking tot het oudercomité van de basisschool. Nietsvermoedend nam hij bij Jo plaats in de woonkamer. Van het een kwam het ander. Jo was in die tijd al bezig met het werven van nieuwe prinsen, en hij had de gave om dat heel overtuigend te doen. Zo kon het gebeuren dat Pierre het huis van Jo aan de Rijksweg die avond verliet als de toekomstige Gemeenteprins 1981, en als zodanig werd hij in dat jaar dan ook geproclameerd. Pierre maakte een bliksemcarriere binnen De Boemelaire, want al heel snel werd hij benoemd tot secretaris van de vereniging. Samen met Jo Kohl, die in 1983 de voorzittershamer overnam van Fred Baenen, vormde hij een groot aantal jaren het voortrekkersduo van de vereniging.
In 1982 werd Jo Joha, (de derde Joha alweer!) tot Prins Carnaval uitgeroepen, en ook Jo zou nog een tijdje elveraadslid van De Boemelaire blijven.
Een jaar later, 1983, traden weer een aantal nieuwe elveraadsleden toe, t.w.: Ruud Direcks, Peter Ritzen, Dan Vluggen en Jos Weijkamp. De eerste, Ruud Direcks, werd in dat jaar prins Carnaval. Zoals gezegd deden zich in 1983 een aantal bestuurlijke veranderingen voor. Fred Baenen, tot dan toe voorzitter van de vereniging droeg zijn voorzittershamer over aan Jo Kohl. Wel bleef Fred als elveraadslid voor de vereniging behouden. Het dagelijks bestuur in die periode bestond uit voorzitter Jo Kohl, secretaris Pierre Moors en penningmeester Huub Pelzer.
De nieuwe elveraadsleden lieten zich niet onbetuigd. Dan Vluggen volgde in 1984 Ruud Direcks op als Prins Carnaval en in 1985 was het de beurt aan Jos Weijkamp om de scepter over te nemen.
Al die jaren waren De Boemelaire trouw gebleven aan het idee dat hun activiteiten in de feesttent op het parkeerterrein gehouden moesten worden. Toch begon het besef door te dringen dat de kosten die dit met zich meedroeg de vereniging wel eens voor grote financiële problemen zou kunnen plaatsen. Bovendien vielen de activiteiten van met name 1985 in een weerkundig gezien steenkoude periode. Iedere dag was er wel iets bevroren, nu eens de waterleiding in de toiletwagen, dan weer waren er problemen met de tapinstallaties (Evert van Benthem won dat jaar overigens de elfstedentocht). Het was kortom tijd om eens goed na te denken over de toekomst. Tweeëntwintig jaar hadden De Boemelaire zoals Huub Pelzer het uitdrukt ”in ing tent gelèft”, maar of dat zo zou kunnen blijven was nog maar zeer de vraag.
De koppen werden bij elkaar gestoken, en er werd druk overlegd. Het was sowieso een drukke periode, want er zat in 1986 een nieuw jubileum aan te komen. Bovendien was de vereniging druk in de weer met het organiseren van diverse danskampioenschappen. Zoals reeds eerder vermeld, had de vereniging in de loop der jaren via Monique en Jo Kohl de nodige contacten opgedaan in de carnavalistische danswereld. Zo kon het gebeuren dat De Boemelaire in 1985 de eer te beurt viel om het Nederlands Kampioenschap te organiseren. Als locatie werd gekozen voor de sporthal in Gulpen, gelegen naast scholengemeenschap Sophianum.
De handen gingen uit de mouwen en er werd hard gewerkt. Het hele toernooi speelde zich in het weekend af, en op maandagochtend moest de sporthal er weer spik en span bijliggen. De complete organisatie hadden De Boemelaire in eigen hand. Van de eerste administratieve handelingen tot en met de prijsuitreiking. Alles diende van tevoren doordacht en uitgewerkt te zijn. Dankzij de inspanningen van velen werd het toernooi in alle opzichten een groot succes en mochten we als kleine vereniging vele complimenten in ontvangst nemen. Er werden zelfs nog TV opnames gemaakt die later door de VPRO zijn uitgezonden. Het zou niet de laatste keer zijn dat De Boemelaire op dit gebied actief waren.