Er word gedanst

In die jaren werden, evenals nu overigens, de carnavalszittingen van allerlei optredens en acts voorzien. Een vast onderdeel bij elke zitting vormt echter het tanzmarieche of dansgroep. De Boemelaire hebben zich altijd gelukkig mogen prijzen met het talent dat op dat gebied voorhanden was. De zusjes  Marie-Thérèse en Josette Badenberg hebben in het verleden op menige zitting gedanst, en beide dames namen in het begin van de jaren zeventig de kleine Monique Kohl onder hun hoede. Monique had de smaak al gauw te pakken. Al snel liet ze ook zien over het nodige talent te beschikken, en werd ze als tanzmarieche mede het gezicht van De Boemelaire.

In 1973, in het regeringsjaar van Otto Frijns, trad ze voor het eerst op. Om precies te zijn in Nyswiller, in zaal Maassen. De zaken volgden elkaar snel op. Via Sylvia Frijns kwam ze in contact met Steffie Pappers uit Mechelen, die haar verder begeleidde. In die tijd werden haar pakjes gemaakt door oma Kohl, de moeder van Jo, die altijd zeer trots was op haar creaties. De prestaties van de kleine Monique werden steeds beter. Een van de eerste toernooien waaraan ze meedeed, vond plaats in Gemmenich (B) in zaal Lovenberg. Natuurlijk moest ze zelf voor haar eigen muziek zorgen. In die tijd betekende dat, dat er een platenspeler en een aantal LP’s meegingen naar België, en steevast kreeg ze de waarschuwing mee: “Kiek oet dat doa niks aa kump!” Heel anders dan  in het huidige CD- en mp3-tijdperk.

Al snel volgden meerdere deelnames aan allerlei toernooien. Voor het eerst viel ze in de prijzen in Nijmegen, in zaal De Vereeniging tijdens een kwalificatietoernooi. Deze tweede prijs leverde haar het startbewijs op om te mogen deelnemen aan volgende toernooien. Enige tijd later werd dan ook besloten om haar mee te laten doen aan de Zuid-Nederlandse, en later aan de Nederlandse Kampioenschappen. Voorafgaande aan haar eerste deelname heeft ze zelf een ronde door het dorp gelopen om aan de inwoners te vragen of ze bereid waren met haar en De Boemelaire mee te gaan naar het toernooi. Op deze wijze kreeg ze de bus vol supporters. Naderhand was dat niet meer nodig. De bus raakte als vanzelf vol als er weer eens op uit getrokken werd naar o.a. Posterholt, Tilburg en Nijmegen. Er moesten zelfs mensen teleurgesteld worden. Er was voor hen geen plek meer in de bus. Naast allerlei andere ereplaatsen is Monique in totaal 3x Zuid-Nederlands, en 3x Nederlands kampioene geweest. Haar meest succesvolle jaren waren de beginjaren tachtig (1981-1982-1983). Een leuke herinnering is haar behaalde Nederlands Kampioenschap in Groningen.

Voor de lange terugreis werd de bus volgeplakt met de van buiten goed leesbare tekst: ”Wij vervoeren de Nederlandse kampioene”.  Toen de bus tenslotte tegen 3.00 uur ’s morgens eindelijk in Wahlwiller arriveerde, dacht geen mens eraan om naar huis te gaan om te slapen.

Trouwtje Savelberg, de kasteleinsvrouw, was reeds lang van tevoren op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen in het hoge noorden, en zorgde ervoor dat er in Wahlwiller nog even op passende wijze kon worden doorgefeest, ditmaal voor de verandering  tot ver na zonsopgang. Na de Nederlandse successen volgde deelname aan de Europese kampioenschappen. Het hoogtepunt op Europees niveau behaalde Monique tijdens het toernooi in Kriftel, vlakbij Frankfurt in Duitsland, in het seizoen 1983/1984. Hier wist ze de tweede plaats in de wacht te slepen. Het behalen van deze prestatie was voor Monique aanleiding om met het solo dansen te stoppen. Ze vond dat ze op dat moment haar hoogtepunt in deze sport (want zo mag je het wel noemen, gezien de fysieke inspanningen die er geleverd moeten worden om tot prestaties van niveau te komen) had bereikt. Dit betekende echter niet dat ze het bijltje er compleet bij neergooide, want al danste ze dan geen toernooien meer, ze ging wel nog een groot aantal jaren door als tanzmarieche van onze vereniging. Ook is ze nog een tijdje lid geweest van de dansgroep van De Geete uit de Groenstraat bij Kerkrade, en toen enkele jaren later in Wahlwiller De Silverlines van de grond kwamen, heeft ze ook daar nog een tijd lang haar beste beentje voorgezet. Samen met Bianca en Patricia Moors, Anita Mulders-Laeven, Ramona Conen en Astrid Lorenz heeft ze nog menige zitting opgeluisterd, en de groep heeft zelfs nog meegedaan aan een optreden in Veendam. Zo heeft ze al met al tot haar 25ste jaar actief in de carnavalistische danssport meegedaan. Na haar actieve loopbaan is Monique nog heel lang betrokken geweest bij het begeleiden van Desirée Sintzen, die op vijfjarige leeftijd in 1992 haar debuut beleefde op het Wahlwillerse podium. Ook de dansgroep New Generation, die na het opheffen van
De Silverlines werd opgericht, heeft nog lang van haar adviezen mogen profiteren.

Haar echte allerlaatste optreden vond plaats in 1997 toen ze tijdens de jubileumrevue t.g.v. het 3x
11-jarig bestaansfeest nog eenmaal het aanwezige publiek verraste met een optreden. Met name haar moeder Marie-José viel bijna van haar stoel van verbazing. Daar had Monique vantevoren namelijk niets over gezegd.

De deelname van Monique aan zoveel toernooien bezorgde haar o.a. een zolder vol stille getuigen in de vorm van een groot aantal bekers, schalen, medailles, etc. en De Boemelaire als vereniging werden voorzien van een schat aan informatie op organisatorisch gebied. De vele contacten die in die jaren gelegd werden, zorgden ervoor dat we als kleine vereniging in staat zouden worden gesteld om zélf toernooien te gaan organiseren. Maar daarover later meer.

In het eerste stukje wordt verwezen naar Monique Kohl en haar dansverleden. Nadat zij met actief dansen is gestopt, is ze echter niet meteen van het toneel verdwenen. Zo hebben we gezien dat ze Desirée Sintzen vanaf het prille begin nog een aantal jaren heeft begeleid (tot 1999).  Desirée, kleindochter van Pierre Moors, begon op vijfjarige leeftijd en trad voor het eerst in 1992 op. Tot 2003, het jaar waarin ze stopte, was ze op solo dansgebied het gezicht van De Boemelaire, en heeft ze menigmaal, ook buiten het dorp, Wahlwiller fantastisch vertegenwoordigd. Maar in de jaren negentig wordt er naast de al eerder genoemden door meerderen aan carnavalistische danssport gedaan.

Zo is er de groep Let’s Dance, bestaande uit Martine Ploumen, Judith Vluggen, Nadja l’Homme, Kathleen Savelkoul, Paula Paffen, Marjolein Mertens en als enige jongen Mike Senden. Deze groep jongelui treedt in de jaren negentig meedere keren op tijdens de zittingsavonden.

In die periode is er ook nog een tweede groep actief die zich New Generation noemt. In deze dansgroep zijn Peggy en Patricia Vluggen, Miriam Henskens, Peggy Direcks, Orjana Ploemen, Audrey van Wersch, Véronique Pricken en Patricia Kleynen actief. Ook zij hebben in deze periode vele malen de activiteiten van De Boemelaire opgeluisterd. Later veranderden ze hun naam nog in Living Fantasy. Natuurlijk mogen we in dit licht Bianca en Patricia Moors niet vergeten. Beide zusjes, zelf als kind begonnen, hebben jarenlang heel veel werk verzet. Niet alleen in het begeleiden van de dansgroepen, maar ook met (met name Bianca) het bedenken van de choreografie.

Peggy Direcks, die trouwens samen met haar vader Ruud als sinds jaar en dag verantwoordelijk is voor het maken en presenteren van het sprookje tijdens de jeugdzittingen, heeft zich daarnaast nog een tijdlang beziggehouden met het begeleiden van de jeugd. De groep Energy, bestaande uit meer dan 15 kinderen uit Wahl- en Nyswiller, en vooral actief in de jaren rond de millenniumwisseling, is daar een goed voorbeeld van. Dat ook zij op dit gebied een duizendpoot was en is, bewijst het feit dat ze ook een tijdlang de Sinzeltaler uit Nyswiller heeft begeleid. Wie de Sinzeltaler kent, en wie kent ze niet, weet dat het vaak een hele tour moet zijn geweest om de heren op één lijn te krijgen.

De laatste jaren is het op dansgebied wat stiller in Wahlwiller, maar dat wil niet zeggen dat er niets gebeurt. Op dit moment groeit de generatie baby-boom op, en een aantal meisjes heeft al laten zien dat er talent aanwezig is. Wie weet wat de toekomst op dit gebied nog in petto heeft.

Monique in haar beginjaren

Monique in haar topjaren